Helaas had ik afgelopen zaterdag geen tijd om me te voegen bij de protestmars in Amsterdam (of die in Den Haag). Al ging het huiswerk maken ook niet heel vlot: om de haverklap keek ik op twitter en andere social media voor de prachtige foto’s vol roze mutsen en rake leuzen. En mijn eigen roze muts? Die droeg ik al ruim een week.
Twee dingen werden uit de protesten duidelijk: hoe krachtig een simpel symbool kan zijn, en hoeveel hoop en inspiratie popcultuur kan bieden.
Laten we beginnen met het symbool: de pussyhat. Directe aanleiding waren de welbekende uitspraken van Trump over zijn gewoonte om vrouwen aan te randen. Maar dat was waarschijnlijk ook deels een excuus: het mooie van het door The Pussyhat Project gedeelde breipatroon was dat het zó simpel was dat zelfs een beginnende breier of breister er makkelijk een kon maken. Een pussyhat is een rechthoekige lap – waarvoor dus geen steken hoeven te worden gemeerderd of geminderd – die je dubbelvouwt en aan elkaar naait, met schattige kattenoortjes als leuke bijkomstigheid. Zo’n muts haken of naaien gaat net zo makkelijk, zo niet makkelijk. Mijn eigen gebreide exemplaar (je kunt me vinden in de hi-res versie van deze verzameling, ergens op het witte voorhoofd) kostte dankzij de dikke wol en naalden minder dan twee uur om te maken.
En honderden (duizenden) van die op allerlei manieren geknutselde mutsen op honderden (duizenden) hoofden bij een massale mars, in allerlei tinten roze? Dat geeft een krachtig beeld: eenheid maar met eindeloos veel variatie. De mutsen werden met de hand gemaakt en vaak gratis uitgedeeld, in plaats van massaal geproduceerd te zijn in een Chinese fabriek zoals – ironisch genoeg – de MAGA-petten van Trumpsupporters. Bovendien worden breien en ander handwerk vaak nog steeds als vrouwenwerk gezien. Mede daarom wordt het vaak gebagatelliseerd, gezien als suf en braaf. Dat suffe, vrouwelijke handwerk inzetten voor tegendraadse doeleinden is een symbool op zich.
Tegenstanders riepen dat de mutsen infantiel waren, en ervoor zouden zorgen dat de demonstranten niet serieus genomen werden. Maarja: als je mij alleen om m’n muts niet serieus neemt, dan betwijfel ik of je ooit naar me had geluisterd.
Wél zijn de mutsen, zoals elk symbool, uiteindelijk te simplistisch. Zo houden ze er geen rekening mee dat niet alle vrouwen een “pussy” hebben, negeren ze dat niet alleen vrouwen last hebben van misogynie en seksisme, en is dat gedweep met roze af en toe wat vermoeiend. Gelukkig waren de mutsen niet de enige manier waarop zaterdag de boodschap uitgedragen werd: er waren ook talloze creatieve borden meegenomen, waarvan niet weinig refereerden aan popcultuur.
Een plaatje van Leia met de leus “A woman’s place is in the Resistance” was bijvoorbeeld bijzonder populair. Er waren ook veel referenties naar The Handmaid’s Tale van Margaret Atwood, een fantastisch boek dat ik laatst eindelijk gelezen heb dat hopelijk sciencefiction zal blijven. Ian McKellen droeg een bord met een welbekende foto van zijn goede vriend Patrick Stewart als Kapitein Jean-Luc Picard, met zijn hoofd in zijn handen. Er waren vergelijkingen met slechteriken (“When Voldemort is president, we need a nation of Hermiones”), Game of Thrones kwam natuurlijk ook langs (“Damn right we’re snowflakes. Winter is coming.”) en meerdere mensen varieerden op Cyndi Lauper (“Girls just want to have fun….damental human rights.”). Laten we deze fantastische Mean Girls-referentie ook zeker niet vergeten.
Het toont hoezeer popcultuur mensen kan helpen om te gaan met ongebruikelijke en voor vele zelfs enge situaties. Als je protesteert tegen een regering die je niet aanstaat kan je je voelen als een rebel in Star Wars, als een lid van Dumbledore’s Army, als Katniss Everdeen die het opneemt tegen president Snow. Je kan zelfs inspiratie putten uit Roddy Piper in They Live.
Je moet dan vaak wel niet te diep doordenken – de politiek van Star Wars bijvoorbeeld is wat complexer dan het aan de hand van de Leni Riefenstahl-homages in The Force Awakens lijkt. Maar popcultuur helpt ons om de wereld te begrijpen. Het kan het mogelijk maken om een complexe boodschap samen te vatten via een gedeeld referentiekader. En het kan een hele extra laag kijken door thematische resonantie die waarschijnlijk niet eens door de makers zo bedoeld was: zowel The Young Pope als The Queen blijken onverwacht relevant door wat ze te zeggen hebben over het bekleden van een wereldwijd zichtbare functie.
Het spijt me dat ik er niet bij was zaterdag. Maar de mars was slechts een begin. Ik ben erdoor vastberaden om nog vaker te schrijven over de wisselwerking tussen popcultuur en politiek. En zolang het nog koud blijft hou ik mijn belachelijke roze muts stevig op.