Filmsterren, zo stellen analyses steeds vaker, worden geleidelijk minder belangrijk voor het succes van een film. Zelfs Tom Cruise krijgt mensen niet meer naar de bios als hij niet in een franchise speelt. Een ander soort sterren is echter niet uit het filmlandschap weg te denken: de sterren die boven een recensie staan.
Díe sterren lijken zelfs alleen maar belangrijker te worden. Veel belangrijker, in ieder geval, dan het proza waar de recensent op heeft zitten zwoegen. Aggregaat-site Metacritic is alleen in de score geïnteresseerd, zodat er een gemiddelde kan worden berekend. Rotten Tomatoes hoeft zelfs alleen maar te weten of een recensie overwegend positief was of niet, en bepaalt op basis van het percentage positieve recensies of de film “vers” is of met rotte tomaten mag worden bekogeld.
Ook ik kijk wel eens op Rotten Tomatoes. Het is een handige manier om in een oogopslag te zien dat de nieuwe Jason Bourne ver achterblijft bij z’n voorgangers, of dat een kinderfilm als Zootopia/Zootropolis toch écht wel een bioscoopbezoekje waard is. Verder is voor mij persoonlijk het zo dat ik als recensent vaak wel op één lijn zit met andere recensenten: de IMDb-score, bijvoorbeeld, die aangeeft wat IMDb-bezoekers gemiddeld van een film vonden, heeft voor mij minder voorspellende waarde.
Tegelijkertijd zou ik als recensent zelf liever geen score geven. Het voelt zo beperkend: mijn mening over een film, waar toch vaak meerdere dimensies aan zitten, terugbrengen tot een punt langs een enkele as. Het suggereert bovendien dat alle films langs die as kunnen worden gelegd en vergeleken; dat een film die ik vier sterren (of, voor Schokkend Nieuws, schedels) geef absoluut beter is dan een film die er maar drieënhalf krijgt.
Dat terwijl de film met drieënhalve ster interessanter en ambitieuzer kan zijn geweest, terwijl de film met vier sterren een goed uitgevoerde en vermakelijke genre-film kan zijn waarbij een tweede kijkbeurt niet erg loont. Ex Machina en Crimson Peak kregen beide maar drieënhalve schedel, maar heb ik toch laatst op blu-ray gekocht (ja, ik koop nog blu-rays). Pacific Rim en Guardians of the Galaxy kregen er vier, omdat ik er tijdens het kijken zoveel plezier aan beleefde, maar zullen buiten de bioscoopzaal zeker tegenvallen.
Je kan naar aanleiding daarvan vinden dat ik de films niet juist heb beoordeeld. Aan de andere kant: entertainment-waarde is zeker ook niet onbelangrijk, vooral als je een recensie ziet als koopadvies. Zeker is wel dat ik te behoudend ben: het overgrote deel van de films die ik de afgelopen vijf jaar recenseerde kregen drie, drieënhalve of vier sterren. Bij mijn boekbeoordelingen op Goodreads is de spreiding nog beperkter, omdat ze daar niet aan halve sterren doen – een aardig boek krijgt drie sterren, een goed boek vier, en vrij weinig valt niet in die twee categorieën.
Dat is deels doordat ik tegenwoordig eigenlijk alleen films recenseer waar ik al interesse in had (en alleen boeken lees die me leuk lijken): zelfs als ze tegenvallen zijn ze vaak niet slecht. Deels is het ook uit een vreemd soort strengheid: een tien/vijf is voor de meester. Er zijn vrijwel geen films waar niets op aan te merken is. Zelfs klassiekers geef ik vaak maar vierenhalve ster, zonder dat ik echt kan uitleggen waarom. Misschien is het omdat ik liever achteraf blijk een film te hebben onderschat dan dat ik betrapt wordt op het vallen voor een prul.
Liever zou ik gewoon helemaal geen sterren geven, en stond de tekst van de recensie op zich. Maarja. Voor de zekerheid heb ik in de Schokkend Nieuws-enquête gevraagd of het misschien zonder schedels mocht. Helaas. Voor een grote meerderheid bleek die numerieke beoordeling toch erg belangrijk.
Uiteindelijk blijft het geven van sterrenbeoordelingen een illusie van objectiviteit geven waar ik mijn twijfels bij heb. Maar als je antwoord wil op een simpele vraag – moet ik deze film nou gaan zien, of niet? – kan een sterrenscore wel handig zijn, vooral als je recensies liever pas naderhand leest.
Dus blijf ik braaf een aantal sterren toekennen aan de boeken die ik lees en de films die ik zie. Ik zal daarbij wat positiever proberen te zijn – drieënhalve schedel voor Stranger Things was inderdaad wat weinig. Maar stoppen met mopperen over het sterrenstelsel? Dat zal ik waarschijnlijk altijd wel blijven doen.