Twee films zag ik deze week in de bioscoop: The Force Awakens en Carol. Twee compleet verschillende films maar toch niet geheel zonder overeenkomsten. Beide krijgen steun van fantastische filmmuziek. Beide vertrouwen op close-ups van een jonge brunette. En voor allebei gingen er ouderwetse rollen film de camera in.
Ik moet eerlijk toegeven dat ik bij The Force Awakens dit alleen weet door de marketingcampagne. Een aantal elementen van de film komt namelijk duidelijk wél uit de computer, zoals de mo-cap personages Maz Kanata en Supreme Commander Snoke, en ik twijfel er niet over dat er geen enkel frame geheel analoog tot stand is gekomen.
Toch heb ik het – waarschijnlijk grotendeels sentimentele – gevoel dat het gebruik van film een zekere tastbaarheid toevoegt. Vergelijk The Force Awakens met de prequeltrilogie en de wereld lijkt ruwer, doorleefder: je kan je voorstellen hoe het in de Millenium Falcon ruikt, terwijl de wereld van de prequels antiseptisch en geurloos is. Deels komt dat door gebruik van praktische effecten – er rolde echt een superschattige BB-8 rond op de set – maar de keuze voor analoog filmen speelt denk ik ook een rol.
Bij Carol zag ik wel direct dat het op film was opgenomen.Deels is dat omdat er gekozen is voor (Super) 16 mm, in plaats van voor het traditionelere 35 mm. Dat resulteert in vrij veel “grain”: het beeld lijkt vaak korrelig, ruw. Het idee was volgens interviews met cinematograaf Ed Lachman om het gevoel te vangen van de jaren vijftig, waarin de film zich afspeelt. Dit is niet per se letterlijk – super 16 werd bijvoorbeeld pas in 1969 ontwikkeld – maar ik snap wat hij bedoelt. Hoofdpersoon Therese wil fotograaf worden. Ze maakt zwart-witfoto’s, maar toch geeft de keuze voor super 16 mm je soms het gevoel dat je meekijkt door haar lens.
Omdat de textuur van het materiaal waarop de film geschoten is zo’n rol speelt, ga je ook binnen de film meer letten op texturen. De manicure van Carol valt je op (en dus ook wanneer ze hem niet meer bijhoudt); de wol van de trui van Therese, het bont van de jas van Carol. Juist omdat niet alles nagelscherp is springen details eruit. Je ruikt haast de parfum en de sigarettenrook.
Het lijkt de laatste tijd wel alsof analoog filmen een mini-trend is. Tarantino nam zijn meest recente film, The Hateful Eight, op 70 mm op. In de meeste bioscopen zal een gedigitaliseerde versie draaien maar EYE kondigde laatst aan dat zij, als enige in Nederland, de film in 70 mm zullen gaan projecteren. Ik bestelde direct kaartjes. De aankondiging kreeg op facebook meer dan 1000 likes, dus ik zal niet de enige zijn geweest die toch nog wel genegenheid heeft voor ouderwetse technieken.
Ik maak zelf ook af en toe ook nog analoge foto’s met een oude Nikon van m’n vader. Heel hipster, ik weet het. Echt verdedigen kan ik het niet. Digitale foto’s zijn scherper, je kan ze direct bekijken, je kan er eindeloos veel maken zonder dat het wat kost en je hebt geen risico op ontwikkelfoutjes of lichtlekken. Het enige voordeel dat analoge camera’s (en langspeelplaten, en videobanden) hebben is sentimenteel: een nostalgisch vasthouden aan het onvoorspelbare en het rafelige.
Toch ben ik wel blij dat er nog filmmakers zijn zoals Haynes en Tarantino, en zelfs commerciëlere types als Abrams en Nolan, die diezelfde hang naar het nostalgische hebben. Carol was een andere film geworden zonder de soms korrelige beelden. Een gladdere film, misschien zelfs wel eentje die visueel mooier was. Maar de digitale Carol was denk ik minder lang blijven hangen.
december 20, 2015 om 9:48 pm
Volgens mij is heb ik net zo’n fototoestel in Martel