Het kan haast niemand zijn ontgaan: komende woensdag is er voor het eerst in tien jaar weer eens een Star Wars-film in de bioscoop. Ik heb mijn kaartje al een maand geleden gekocht, en ik heb ondanks goede voornemens mijn verwachtingen niet echt laag weten te houden. Als voorbereiding herkeek ik vandaag A New Hope (ooit uitgebracht als gewoon “Star Wars) en The Empire Strikes Back.
Om mezelf even te plaatsen in het fandom-continuüm: ik heb de oude trilogie voor het eerst zo rond m’n twaalfde gekeken. De optimale leeftijd, waarschijnlijk. Ik heb ze dan toen ook in korte tijd heel vaak gekeken, maar sinds de middelbare school heb ik ze volgens mij nooit meer gezien, of in ieder geval niet volledig – alleen in fragmenten her en der.
Van de nieuwe trilogie keek ik de eerste en de derde in de bioscoop (de laatste op de openingsdag toen ik op uitwisseling was in Los Angeles, in een bioscoop vol lightsabers) maar de tweede heb ik om de een of andere reden overgeslagen en heb ik sindsdien nooit meer ingehaald – zelfs niet gisteravond, toen ik de kans kreeg maar het bed lonkte.
Echt een fan kan ik mezelf dus niet noemen. Zeker niet als ik mezelf vergelijk met de man die ik gisteren ontmoette: hij had zijn dochter Leia genoemd en had nu al kaartjes gekocht om The Force Awakens op de eerste dag drie keer te gaan kijken. Toch trekt het Star Wars-universum me wel. Ik dook eerder dit jaar voor Schokkend Nieuws het Expanded Universe in, en kan nu een Bantha van een Tauntaun onderscheiden.
Ook belangrijk, en iets waar ik vandaag weer eens aan herinnerd werd: die eerste paar films zijn gewoon ijzersterk. “Fairy tale rubbish”, zoals Alex Guiness het noemde? Jazeker – maar dan wel van het beste soort. Er is een prinses, maar Leia is niet een weerloos typje dat wacht totdat ze gered wordt: niet alleen schiet ze vrolijk mee maar ze geeft ook bevelen die vervolgens nog opgevolgd worden ook (nou ja, behalve dan door Han). Er is een “scoundrel” die nobel moet leren te zijn, maar in de handen van Harrison Ford zien we ook de onzekerheid onder de macho-buitenkant. Er is een eenvoudig boerenjong dat onvermoede talenten blijkt te hebben, maar … ok, Luke wordt nooit echt veel meer dan dat.
Wat vooral opvalt bij het met frisse ogen kijken naar A New Hope is hoezeer de film z’n tijd neemt. Eerst maken we kennis met C-3PO, met R2-D2, met Leia, met Darth Vader, zelfs met de Jawa. Pas na de lange aanloop komen we Luke tegen. Wat opvalt aan The Empire Strikes Back is hoe vreemd de structuur van de film eigenlijk is. Net als zoveel films tegenwoordig is het voornamelijk rond “set-pieces” gebouwd. Dat de film desondanks werkt is te danken aan de interacties tussen Han en Leia, de komst van Yoda, en natuurlijk die twist (waarvan ik toch echt vermoed dat hij pas ná het maken van A New Hope is bedacht).
Opvallend is ook dat George Lucas duidelijk niet wist wat er nu precies zo goed was aan z’n films. De eerste helft van A New Hope keek ik per ongeluk de “verbeterde versie”. “Verbeterd” tussen haakjes, want het toevoegen van eindeloos veel CGI-beestjes, soms zelfs recht vóór de personages die je eigenlijk wil zien, is niet alleen voor nostalgische fans een doorn in het oog. Het is mooi dat de Star Wars wereld vol beestjes en ruimteschepen zit, maar dat is niet waar de films om zouden moeten draaien.
Toch is het haast onmogelijk om echt met frisse ogen naar deze films te kijken. Daarvoor zijn ze te zeer ingebed in de popcultuur. De muziek van John Williams, quotes als “I find your lack of faith disturbing”, “These are not the droids you’re looking for”, “May the Force be with you”, “Do or do not, there is no try”, “I am your father!”, “Search your feelings, you know it to be true” en ga zo maar door, de Millenium Falcon, de schreeuw van Chewbacca… Ze hebben haast mythische proporties aangenomen, waardoor het heel moeilijk wordt er kritische afstand van te nemen.
Misschien hoeft dat ook niet altijd. Morgen en overmorgen ga ik proberen tijd te maken voor The Return of the Jedi. En woensdag zullen we zien of J.J. Abrams – in tegenstelling tot George Lucas met zijn prequels – de per ongeluk toch hoog opgelopen verwachtingen zal kunnen inlossen.