Als ik schrijf, en ook als ik spreek, probeer ik bewust om te gaan met taal en mijn woorden zorgvuldig te kiezen. Dat lukt niet altijd. Zo was ik me er tot voor kort niet bewust dat niet-witte nederlanders, in het bijzonder anti-racistische activisten, de voorkeur geven aan het woord “wit” boven het woord “blank”.
(illustratie via deze tweet)
De redenering is eigenlijk best logisch. Blank heeft de lading van onbeschreven, neutraal, alsof de “blanke” huidskleur eigenlijk een afwezigheid van kleur is. Blank tegenover zwart geeft de indruk dat alleen zwarten een ras toegeschreven hebben gekregen, terwijl het voor “blanken” een illusie van objectiviteit suggereert. Wit en zwart daarentegen zijn weliswaar beide simplistisch – witte mensen zijn eigenlijk variaties op roze en perzik, terwijl zwarte mensen meestal verschillende tinten bruin zijn – maar wel retorisch equivalent.
Ik kwam helaas te laat achter deze redenering voor (schaamteloze zelfpromotie!) deze radio-aflevering, waarin ik het woord “blank” gebruik. Ik gebruik het woord ook nog steeds wel als ik onnadenkend spreek. Maar mijn voornemen vanaf nu is om mijn best te doen om “blank” consequent door “wit” te vervangen als ik het heb over ras.
Nu zullen sommigen zitten morren. “Taalpolitie”, “policor”, enz. Mocht je die defensieve reflex hebben raad ik je aan nog eens goed te lezen wat hierboven staat. Er staat niet dat je racistisch bent als je het woord “blank” gebruikt. Er staat zelfs niet dat je het woord “blank” niet meer mag gebruiken. Er staat alleen dat ik persoonlijk, nu ik dit weet, ga proberen het woord te vervangen.
Er is veel ophef over woorden, de laatste tijd. Ik speelde in het taalspelletje Alphabear in het begin regelmatig het woord “cunt” – een mooi vierlettertje om die onhandige c weg te spelen. Tot “cunt” opeens niet meer als geldig woord werd geaccepteerd. Uitleg van de spelmaker: “several players told us they considered it hate speech”. Zelf vind ik “cunt” wel een lekker scheldwoord (zie ook dit fragment en deze heerlijke podcastaflevering), maar ik kan er op zich in komen dat mensen het als hatelijk ervaren.
Ik weet alleen niet of het zelfs dan nodig het is woord uit het spel te verbannen. Je stelt de woorden tenslotte zelf samen, dus als je dat woord niet legt kom je het ook niet tegen. Verantwoordelijk omgaan met taal is óók woorden niet ongeacht context verbannen. Het gaat erom dat je nadenkt over welk woord je kiest – en dat is ingewikkelder dan een zwarte* lijst opstellen en doen alsof de woorden op die lijst niet bestaan.
Daarom ergerde ik me aan het artikel in de NRC waar zoveel ophef op was (voor wie het gemist heeft: zie hier): er was duidelijk zo weinig over nagedacht. De kop, “Nigger are you crazy”, werd verdedigd als citaat uit een van de gerecenseerde boeken. Maarja: aanhalingstekens waren in geen velden of wegen te bekennen (“kon niet volgens het stijlboek”, was het slappe excuus). Bovendien was het een citaat dat een zwarte Amerikaanse schrijver in de mond legde van een zwart personage: context die wel degelijk van belang is, en die pas duidelijk wordt als je het gehele artikel leest.
De context waar de kop wél direct in geplaatst wordt is de primitieve, karikaturale illustratie. Uitleg van boekenredacteur Krielaars? “The illustrations are offensive, because the racial situation in the US, as described in the reviewed books, is offensive”, maar ook “Of course, they were not intended to offend. Actually, it is rather stupid to think so.” Ehm… Met zulke kromme logica wordt het wel duidelijk dat het geen kwaad had gekund om hier nog ietsjes langer over na te denken, vooral ook vanuit het oogpunt van iemand die niet een witte boekenredacteur is.
Toch ben ik het ook niet geheel met Karen Attiah, de journaliste die in de Washington Post de kop en illustraties bekritiseerde. Ze noemt “het n-woord” gewelddadig, terwijl ik zou beargumenteren dat het in deze context voornamelijk kleinerend en ondoordacht is. Ik geloof ook niet dat woorden an sich gewelddadig zijn. Gewelddadig wordt een woord pas als het gebruikt wordt om iemand of een groep mensen uit te schelden – zoals in deze tweet aan het adres van Attiah, bijvoorbeeld, want gelukkig werd er in Nederland vol redelijkheid op haar artikel gereageerd.
Het maakt uit welke woorden je kiest. En woordkeuze is ook zeker iets waar je op bekritiseerd kan en mag woorden. Belangrijk is het vooral om áls je kritiek krijgt niet direct in de verdediging te schieten: een aanval op je woordkeuze is niet direct een aanval op jou als persoon, en kan een gelegenheid zijn om na te denken over de woorden die we uit gewoonte gebruiken.
*Ook interessant: dat zwart in onze cultuur vrijwel altijd een negatieve lading heeft. Een zwarte dag in de geschiedenis, het zwarte schaap… maar dat is denk ik een discussie voor een andere dag.