In principe hebben robots geen geslacht. Toch zijn – misschien door onze neiging alles te genderen – robots vaker hij of zij dan het, met gevolg voor de verhalen waar ze een rol in spelen.
Het Imagine Film Festival opende afgelopen woensdag met de provocerende robotfilm Ex Machina, waarin een jongen, Caleb, door zijn excentrieke baas Nathan wordt uitgenodigd om zijn robot met kunstmatige intelligentie te testen. De robot in kwestie, Ava, heeft behalve een vrouwennaam ook vrouwelijke rondingen – en, in ieder geval volgens sommige kijkers, gedragingen.
Natasja van Loon noemde de film een Turing-test voor misogynie: “vond je dat Ava’s test geslaagd is, dan heb je een negatief vrouwbeeld en vond je dat hij mislukt is, dan heb je een positief vrouwbeeld”. Zie je manipulatieve technieken als iets typisch vrouwelijks, dan zal je het gedrag van Ava aan haar geslacht toeschrijven, maar anders misschien aan programmatuur of overlevingsdrang.*
Over of de film zélf nu seksistisch is of juist feministisch is al veel discussie geweest. Ik denk dat het personage van Oscar Isaac zeker seksistisch is. Ik denk dat regisseur Alex Garland daar kritisch tegenover staat, maar dat hij het zelf ook niet kan laten om Ava als object te zien (wat ze tot op zekere hoogte natuurlijk ook ís). En ik denk dat het einde, dat ik niet zal verklappen, de beoordeling nog eens compliceert: ik vond het zelf iets triomfantelijks hebben, maar andere (voornamelijk mannelijke) kijkers vond de afloop juist deprimerend.
In het Imagine-programma is ook de film Uncanny geprogrammeerd. Qua basisplot lijkt Uncanny erg op Ex Machina, en ook qua structuur zijn er veel overeenkomsten (beide films spelen zich gedurende een week af, en tellen de dagen), maar het contrast komt door een gender-omkering. Weer is er een mannelijke uitvinder, David, maar dit keer is de robot die hij maakte een man, Adam, en is de observator die van buiten wordt gehaald een vrouw, Joy.
En toch… ondanks de omkering is het toch wéér de vrouw die (enigszins) ontkleed verschijnt, terwijl de mannen hun kleren aanhouden. Wéér is het een man die via een camera de vrouw bespiedt. De makers doen duidelijk hun best om sommige seksistische clichés te vermijden – Joy is robotkenner – maar tuimelen met open ogen in versleten rollenpatronen.
Uncanny is een veel minder goede film dan Ex Machina. Het gooit alles aan het einde op een niet geheel onderbouwde twist, en de robotexpert lijkt verbazingwekkend ongeïnteresseerd in het verkennen de grenzen van het bewustzijn van Adam (in tegenstelling tot Caleb in Ex Machina). Uncanny moet het bovendien doen zonder de energie die, in het verder heel afgemeten opgenomen Ex Machina, wordt geleverd door de spannende, onvoorspelbare rol van Oscar Isaac als Nathan.
Toch ben ik blij dat ook Uncanny in het Robot-programma van Imagine draait. Juist in een thema-programma op een festival is het mooi als films niet op zichzelf staan, maar elkaar ook in een specifiek licht zetten. Ik ben nu vooral ook benieuwd naar een film met een mannelijke robot als seksobject!
_______
* Een interessante vraag die daarbij rijst is of gender los te zien is van programmatuur. Als je, zoals Judith Butler, gelooft dat gender 100% bestaat uit gedrag, dan is Ava absoluut vrouw – maar dan is “vrouw-zijn” ook iets dat niet te onderscheiden is van programmatuur, bij robots of bij mensen. De vraag of Ava iets doet omdat ze een vrouw is of omdat ze zo geprogrammeerd is, is dan betekenisloos. Maar dit terzijde.