Panpopticon

Popcultuur vanuit alle hoeken

Geweld met een twist

Een reactie plaatsen

Drie recente films boden ons een vreedzame uitkomst aan, wetend dat we die eigenlijk niet wilden. Drie films plaatsen vraagtekens bij onze honger naar geweld: THE CABIN IN THE WOODS, SEVEN PSYCHOPATHS en DJANGO UNCHAINED. Het zijn films die zich niet kunnen onttrekken aan de steeds escalerende bloedlust, maar die hinten dat er misschien wel iets mis mee is.

geweld

In THE CABIN IN THE WOODS (Goddard, 2012) vertrekken een groep twintigers naar de titulaire hut. We krijgen ook een controlekamer te zien: de jongeren worden in de gaten gehouden, en het ziet er naar uit dat de mannen in labjassen niet veel goeds voor hen in petto hebben. Toch blijft het nog even spannend. Het wordt ons uitgelegd als de kelder van de hut wordt ontdekt: de hoofdpersonen moeten een transgressie begaan voordat ze iets kan overkomen. Zo verandert je perspectief. Bij THE EVIL DEAD (Raimi, 1981), misschien wel de meest iconische hutje-in-het-bos-film, denk je nog “lees die incantatie in een vreemde taal nou niet op!”. Bij THE CABIN IN THE WOODS kijk je in plaats daarvan nieuwsgierig  zelfs haast hongering rond. Zullen ze voor de puzzeldoos gaan? Voor de creepy muziekdoos? Of misschien toch voor de schelp, tot vreugde van het personage van Bradley Jenkins? Je wil in ieder geval dat ze iets kiezen.

cabin

In de film zijn het de “oude goden” die vragen om een offer, lieft zo extreem als maar kan: bloed maar ook spelen. Het is een niet te subtiele metafoor: de oude goden, dat zijn wij. Het publiek voor tientallen horrorfilms elk jaar, voor talloze actiefilms met emmers bloed.

Scenarioschrijver Marty, hoofdrolspeler van SEVEN PSYCHOPATHS (McDonagh 2012), worstelt met deze voortdurende vraag om geweld. Hij wil eigenlijk iets schrijven over liefde en rust, zegt de duidelijke avatar van regisseur Martin McDonagh, en niet altijd maar dat geschiet. Zonder climactische shoot-out zoals Marty’s psychopatische vriend Billy graag wil, met machinegeweren en ontploffende hoofden.

seven-psychopaths-still03

Even lijkt het alsof McDonagh zijn film inderdaad vreedzaam zal laten aflopen, met de imaginaire schietpartij als enige concessie aan de verwachtingen van het publiek*. Maar nee: we krijgen wat we willen – of dachten te willen, in ieder geval. McDonagh zorgt ervoor dat het meer treurig dan triomfant voelt.

Dan hebben we nog de koning van het ironische geweld, aan wie SEVEN PSYCHOPATHS in de openingsscène heel bewust refereert: Quentin Tarantino. Geen zorgen: DJANGO UNCHAINED (Tarantino, 2012) bevat genoeg van de bekende Tarantino-momenten, met zelfbewust “cool” geweld. Maar ook Tarantino lijkt – nog meer dan in INGLOURIOUS BASTERDS (Tarantino, 2009) – het publiek te willen wijzen op de perversie van hun plezier hierin. Zo biedt de film aan het einde van de 2e acte een optie op een kruitloze uitkomst. Een manier waarop de hoofdpersonen kunnen krijgen wat ze willen, en gewoon weg kunnen lopen, zonder bloedvergieten.

Django_Unchained_Quentin_Tarantino_100

Echte spanning zit er niet in dit moment: we kennen Tarantino wel beter. Hij zou een sadistische slechterik als DiCaprio’s Calvin Candie niet aan de wraak van de hoofdpersonen laten ontkomen. Toch is het interessant dat hij de mogelijkheid aan ons voorstelt, wetend dat het publiek het zal afwijzen. Zijn gebruik van geweld in deze film is heel precies gekalibreerd  waarbij het geweld tegen slaven zo extreem is dat het een nare smaak achterlaat, terwijl het geweld tegen slavendrijvers netter is, zelfs cooler. Hij maakt duidelijk onderscheid tussen het geweld dat veroordeeld moet worden, en het geweld dat ‘hoort’. Het geweld waar we van horen te gruwen en het geweld waar we plezier aan mogen beleven.

Er zijn nog genoeg films die ironieloos geweld bieden. Dit jaar vooral waren er een aantal films die – CGI daargelaten – zo in de jaren 80 hadden kunnen worden gemaakt, zoals LOCKOUT (Mather & St.Leger, 2012) , DREDD (Travis, 2012) en THE EXPENDABLES 2 (West, 2012). Ook waren er films die duidelijk nog niet denken dat het toppunt bereikt is qua operatesk geweld: KILLER JOE (Friedkin, 2012) had een climax die duidelijk bedoeld was de tolerantie van het publiek eens even lekker op de proef te zetten, Het is echter duidelijk dat er een moment is bereikt voor introspectie. De wapenwedloop kan niet eeuwig door en zelfs de deelnemers lijken hun twijfels te hebben bij het nut ervan – met interessantere films als resultaat.

___________________________________________________________
*Interessant genoeg zijn er ook twee films in het afgelopen jaar die iets soortgelijks wel hebben gedaan: SAVAGES (Stone, 2012) en BREAKING DAWN: pt.2 (Condon, 2012). In de eerste van de twee krijgen we eerst het conventionele, bloederige einde te zien, om er vervolgens achter te komen dat er eigenlijk iets veel prozaïschers gebeurde. De makers van de laatste TWILIGHT-film zaten met het probleem dat het einde van de boeken bijzonder anticlimactisch is: iedereen verzamelt zich voor een groot gevecht, haalt door praten misverstanden uit de lucht en gaat vervolgens gewoon weer naar huis. Op papier al jammer, op het grote doek al helemaal inert. We krijgen in plaats daarvan een uitgebreide, bloederige vechtscène waarin veel belangrijke personages het loodje leggen… om er vervolgens achter te komen dat dit maar een visioen was van wat er zou gebeuren als iedereen niet naar huis ging.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s